Zuiggewoonten - logopedie grave


Beschrijving zuiggewoonten

product_6Veel kinderen zuigen overdag en ‘s nachts graag op hun duim, vinger(s) of speen.Vingerzuigen - logopedie grave Het zuigen op duim, vinger(s) of speen is heel normaal bij baby’s en peuters. In deze periode is de zuigbehoefte nog erg groot. Na de peuterleeftijd neemt bij de meeste kinderen die behoefte geleidelijk af.

Bij sommige kinderen kan het duim-, vinger- of speenzuigen zich echter ontwikkelen tot een (hardnekkige) gewoonte. Duim-, vinger-, of speenzuigen maakt een kind rustiger en geeft een gevoel van veiligheid, vertrouwdheid en geborgenheid. Toch is het is belangrijk om zuiggewoonten vroeg af te leren om negatieve gevolgen te voorkomen. Kinderen die nog op een duim,
vinger of speen zuigen tegen de tijd dat hun blijvende gebit doorbreekt, krijgen vaak last van afwijkingen op het gebied van de kaken/het gebit, de slikwijze en de articulatie. Behandeling door een (gespecialiseerde) logopedist is dan nodig.

Mogelijke gevolgen

Bij de diverse zuiggewoonten worden de boventanden naar voren gedrukt. Hierdoor kan een gebitsverandering ontstaan, zoals een open beet of een overbeet. Daarnaast ligt de tong bij duim-, vinger-, of speenzuigen onderin de mond tegen of tussen de tanden. Wanneer ook bij het slikken de tong tegen of tussen de voortanden gedrukt wordt, is er sprake van een verkeerde slikwijze. Dit heeft weer negatieve gevolgen voor de kaak- en gebitsstand. De afwijkende tongligging kan ook gevolgen hebben voor de articulatie: een verkeerde uitspraak van met name de s en z, maar ook de uitspraak van de t, d, n, en l kunnen worden beïnvloed. Deze klanken worden dan met de tong tegen of tussen de tanden uitgesproken, in de volksmond ook wel slissen of lispelen genoemd. Bovendien kan het zuigen een kind zo rustig maken dat het kind geen aan-
dacht meer heeft voor andere dingen, bijvoorbeeld opdrachten op school. Het kind is dromerig en niet voldoende geconcentreerd.

Behandeling

Afleren van zuiggewoonten

Ons advies is te starten met het afleren van duim-, vinger-, of speenzuigen als het kind:

  • ouder is dan 3 jaar
  • gebitsverandering heeft ten gevolge van de zuiggewoonte,
  • vaker wel dan niet een duim/vinger/speen in de mond heeft
  • vaak de mond open heeft
  • regelmatig verkouden is
  • de tong tegen of tussen de tanden doorkomt tijdens het spreken (slissen)

Om de zuiggewoonten te stoppen, moet het kind zelf gemotiveerd zijn. Ook kan voor het stoppen het beste een rustige periode gekozen worden. In een drukke periode of een periode dat het kind gespannen is, zal het afleren van duim-, vinger-, of speenzuigen extra moeilijk zijn.